Hunebed Hunters
Zomerkamp Welpen Emmen 2014

Logboek Zondag 20 juli 2014

Na een lange rit van anderhalf uur zijn alle welpen rond de klok van twaalf aangekomen op de plek van de expeditie. Daar stond een heuse maffe professor gekleed in een berenvel om de kinderen welkom te heten. Na het nodige papierwerk en het ontvangen van de noodcodes werden de kinderen door een tijdmachine, de x-acht-und-zwanzig, geleid om uit te komen in het stenen tijdperk. Daar liepen vier stamhoofden rond die op zoek waren naar de sterksten/slimste onder de welpen. Bij het openen bleek dat alle hoofden al een keuze gemaakt hadden en werden de teams samengesteld. Elk stamhoofd was er van overtuigd dat hij de beste welpen had uitgekozen. Omdat het een lange reis was naar de plek van de expeditie hebben de welpen en de ouders samen geluncht. Hierna werden de welpen voorzien van een kamp T-shirt en werden alle ouders uitgezwaaid na een foto sessie waar de meeste bekende Nederlanders jaloers op zouden zijn. Een kamp kan natuurlijk niet verlopen zonder een aantal regels. Deze werden dan ook tijdens een rondleiding verteld door de expeditieleider en stamhoofden. Daarna was het tijd om wat te drinken. Tijdens het drinken stond Gabbert, een van de stamhoofden, op en vertelde hij over de omgeving. Het leek er op dat hij veel van de omgeving af wist dus alle stamhoofden en welpen zijn hem gevolgd naar een plek in de buurt. Na een lange tijd lopen verscheen er tussen de bomen door een heus hunebed. Dit was een mooie locatie om te kijken wat de gekozen stammen waard waren. Om de titel superstam te verdienen waren de nodige attributen nodig. Een superstam heeft natuurlijk een Hunebed, hol om in te wonen, voedsel en kleding nodig. Dit kwam echter niet vanzelf. Elk van de stamhoofden had wel iets op zak maar wat was de vraag. Tijdens het spel waren er wat kinderen die naar de wc moesten. Lammert liep met de kinderen mee en had een veel kortere route. Zou Gabbert dan toch geen verstand hebben van de omgeving en is hij niet zo alwetend als hij beweerd? Na een lange tijd zoeken bereikte de stam van Brammert als eerste de status van superstam en de andere groepen volgde snel. De middag was inmiddels al bijna voorbij en het was tijd om terug te gaan. Het eten was al bijna klaar en tot die tijd is er door de welpen vrij gespeeld. Het eten bestond uit een echte ouderwetse oermaaltijd met spinazie, aardappelen en een heerlijke mammoethamburger. Na het eten was er nog even tijd om het nodige corvee te doen. Daarna werd er weer vrij gespeeld. Toen het bijna tijd was om in het logboek te schrijven werd er door de stamhoofden snel paniekerig een zeiltje gespannen. Het begon eerst rustig te regenen. Terwijl de welpen ijverig in het logboek schreven begon het steeds harder te regenen. Na verloop van tijd was het zeiltje ook niet genoeg meer en werd er binnen geschuild. Tijdens een gezellig potje galgje kwam er ineens een stokoude man binnen. Deze man noemde zichzelf Habbert en was gekleed in berenvel, geruite rok en had een olielamp bij zich. Hij was de broer van Tabbert, een welvaren hunebedgrootheid die begraven lag in het hunebed dat Gabbert gevonden had. Lastig al die namen! Het bleek dat één van de stamhoofden de zoon was van Tabbert. En dus de rechtmatige eigenaar van de schat. Elk stamhoofd beweerde natuurlijk dat hij de zoon was. Behalve Lammert want die had een dubbele afspraak en wist van niets. Tabbert heeft voor zijn dood een logboek bijgehouden. De welpen zullen in de loop van de week aanwijzingen moeten zoeken om er achter te komen wie de echte erfgenaam is en de schat verdient. Daarna was het tijd om te gaan slapen.